Gerichte vrijstellingen
Binnen de werkkostenregeling bestaan voor een aantal vergoedingen en verstrekkingen
'gerichte vrijstellingen'. Deze vrijstellingen bestaan al onder de regeling van
vrije vergoedingen en verstrekkingen. Voor deze gerichte vrijstellingen gelden
grotendeels dezelfde voorwaarden als binnen de regeling van vrije vergoedingen
en verstrekkingen.
U mag voor
gerichte vrijstellingen ook nog steeds een vaste vergoeding geven. Maar
dan moet u wel altijd vooraf onderzoek doen naar de werkelijke kosten. Deze
voorwaarde geldt alleen bij nieuwe vaste kostenvergoedingen. Voor vaste
kostenvergoedingen die al bestonden voordat u de werkkostenregeling
ging toepassen, hoeft u niet opnieuw onderzoek te doen als de omstandigheden
waarop u de vergoeding hebt gebaseerd, gelijk zijn gebleven.
Om een
gerichte vrijstelling te gebruiken moet u de vergoeding of verstrekking
aanwijzen als eindheffingsloon. Binnen bepaalde
normen is de vergoeding of verstrekking dan onbelast. Hierdoor gaan gerichte
vrijstellingen niet ten koste van uw vrije ruimte. Vergoedt of verstrekt u meer
dan de normen, dan is er sprake van een bovenmatig deel van gerichte
vrijstellingen. Voor dit bovenmatige deel mag u kiezen: aanwijzen als eindheffingsloon of als loon van de werknemer belasten, of
een combinatie van beide. U geeft dan dus eigenlijk 2 vergoedingen:
Als u niets
tot het loon van de werknemer rekent, gaan wij ervan uit dat er sprake is van eindheffingsloon.
Welke gerichte vrijstellingen zijn er?
Een
overzicht van alle gerichte vrijstellingen vindt u bij Overzicht
gerichte vrijstellingen.